De 4 basisprincipes

Er zijn vier gouden stelregels. Bij elke stelregel vind je enkele praktische tips.

 

antwoord met een nieuw 'kader', een verhaal.

TIP 1: Gebruik je eigen woorden en denkkaders.

"If you negate a frame, you evoke a frame." (George Lakoff)

Wanneer je de woorden en denkkaders van andersgezinden gebruikt, speel je op hun terrein. Ontken een opvatting dus niet, maar antwoord met je eigen opvatting. Creëer je eigen speelveld en verander het verhaal!

Vandaag worden mensenrechten regelmatig in twijfel getrokken of aan de kant geschoven in maatschappelijke discussies over veiligheid. We zeggen dan vaak: "Mensenrechten zijn geen hindernis in het streven naar veiligheid.” Wat wordt er onthouden? Mensenrechten en hindernis. Wat we eigenlijk willen zeggen: "Mensenrechten houden ons vrij én veilig. Mensenrechten bieden een kader, een leidraad bij veel maatschappelijke discussies."

Meer info bij 'Achtergrond?'


TIP 2: Focus op het 'beweegbare midden' of de grootste groep van 'onbeslisten'.

"Want to build your brand? Focus on the group of folks that love you and
forget the rest." (Marcus Sheridan)

In maatschappelijke discussies kan je mensen vaak op een lijn plaatsen: sterke voorstander – onbeslist – sterke tegenstander en alles daartussen. Het onbesliste of beweegbare midden vormt de grootste groep en gebruikt verschillende denkkaders en zijn daarom beweeglijk. (Meer info bij 'Achtergrond?')

Wanneer je het gesprek wilt aangaan over een heikel thema kan volgende leidraad helpen:

  • Versterk je medestanders (met aanvullende verhalen, argumenten, ...)
  • Richt je op het onbesliste midden (met voor hen herkenbare verhalen)
  • Focus niet op totaal andersgezinden (negeren hoeft ook niet, maar probeer totaal andersgezinden niet te overtuigen)

In het migratiedebat situeren mensen zich op de lijn van ‘het zijn illegalen’ over ‘het zijn medemensen maar niet iedereen kan hier blijven’ naar ‘geen mens is illegaal’. De meeste mensen behoren tot de middelste ‘groep’ en zijn gevoelig voor context en duiding waarin ze zich kunnen herkennen. (Verhalen over gezinnen spreken mensen met gezinnen aan bijvoorbeeld.)


TIP 3: Buig het gesprek om met positieve verhalen.

"Don’t think outside the box, think like there is no box." (Auteur onbekend)

Trap niet in de valkuil om denkkaders van andersgezinden te ontkennen of ontkrachten, gebruik eerder positieve verhalen en voorbeelden om het debat te verbreden.

In de maatschappelijke discussie over het al dan niet toelaten van religieuze symbolen op de werkvloer, meer specifiek in publieke functies zoals aan een gemeenteloket, horen we vaak het argument dat de scheiding van kerk en staat dergelijke symbolen niet toelaat.

Een mogelijk antwoord: De scheiding van kerk en staat had tot doel gelijkheid van burgers te garanderen en staat een inclusief neutraliteitsbeleid niet in de weg. Niet uiterlijkheden, maar attitudes en competenties zijn doorslaggevend om de dienstverlening op een onpartijdige, gelijkwaardige manier te verlenen. Een ambtenaar aan het loket moet collega’s en burgers gelijk behandelen zonder de eigen religieuze of levensbeschouwelijke voorkeur te laten meespelen.

Zonder het rigide kader van een aloud en goed gekend argument als ‘de scheiding van kerk en staat’ te ontkrachten, buig je het verhaal om naar positieve alternatieven als een inclusief neutraliteitsbeleid en gelijke behandeling (en niet gelijk gedrag of fysiek voorkomen).


TIP 4: Blijf steeds in het offensief.

"De aanval is de beste verdediging." (Nederlands spreekwoord)

Laat je niet in de hoek duwen waarin je je standpunten moet verdedigen, maar breng het gesprek naar andere voorbeelden, verhalen en denkpatronen. Hou met andere woorden voet bij stuk en wordt niet defensief.

De gekende tegenargumenten in onze strijd voor het recht op privacy "Ik heb niets te vrezen en dus ook niets te verbergen" of "in tijden van onveiligheid mag het recht op privacy sneuvelen" weerleggen we vaak gepassioneerd vanuit een feitelijk verhaal. Maar kwinkslagen werken vaak beter. Vraag je gesprekspartner eens om de smartphone te ontgrendelen zodat je berichtjes kan lezen, betalingen kan doen, in foto’s rondneuzen, … . Of leg hem/haar onze (vooralsnog) fictieve identiteitskaart eens voor: welke elementen houden we toch liever voor ons zelf?

Door de focus te verleggen naar de beleving van het onderwerp dat ter discussie ligt, haal je de angel eruit en verval je niet in de typische welles-nietes discussie. Voor veel onderwerpen zijn er applicaties voorhanden die hier op focussen.

Enkele voorbeelden:

Denk en praat op het niveau van waarden.

TIP 5: Spreek over waarden en niet (enkel) over feiten.

"Values unite, issues divide." (ICPA)

Beleid, bewijzen en problemen zijn “koud” en spelen in op expertise. Waarden zijn “warm” en spelen in op gemeenschappelijke doelen. Het menselijk brein werkt in denkpatronen die moeilijk te doorbreken zijn met feiten. Met waarden gaat dat makkelijker omdat patronen gebaseerd zijn op waarden en er vaak gedeelde waarden te vinden zijn.

Vandaag worden veel problemen aangepakt door het plaatsen van camera’s: verkeersovertredingen, sluikstorten, caféruzies, … Camera’s worden ook ter preventie van aanslagen geplaatst. Maar camera’s voorkomen geen aanslagen, en maken ons niet veiliger. De daders van de aanslagen van 22 maart waren gekend, en op camera vastgelegd, en toch hielp dat niet. Camera’s hebben ook amper een preventieve werking op het plegen van misdrijven. Onderzoek toont dit aan. En voor de prijs van twee bewakingscamera’s kan één straathoekwerker worden ingezet die overlastproblemen doeltreffender kan aanpakken.

Allemaal feiten, maar het belangrijkste is eigenlijk: mensen voelen zich veiliger in buurten waar de sfeer aangenaam is. Werken aan sociaal weefsel is dus belangrijker dan meteen overgaan tot monitoring en bestraffing.

Wat spreekt het meest aan: een straat vol camera’s waar om het kwartier een politiecombi voorbij rijdt of een straat waar mensen zelf bloemenperken en kruidenbakken onderhouden en elkaar aanspreken om die proper te houden, aan veel ramen een (kinder)tekening hangt met de vraag om niet te snel te rijden, de wijkagent regelmatig eens een praatje komt maken, ...?

Door de verbeelding van mensen aan te spreken, kom je vaak verder dan enkel met feiten.


TIP 6: Verhalen of voorbeelden moeten herkenbaar én confronterend zijn.

"Why do we only rest in peace? Why don’t we live in peace too?" (Auteur onbekend)

Verplaats de discussie eerst naar een meer herkenbare context en leg dan de link met de oorspronkelijke discussie.

Zo horen we wel eens het volgende: "Het is de fout van de ouders wanneer hun kinderen naar Syrië vertrekken."

Mogelijke open vragen als reactie:

  • "Waar zijn jullie het meeste bang voor dat er met jullie kinderen gebeurt?" (Of de kinderen van je broer, beste vriend/in, ...)
  • "Wat is het moeilijkste bij opvoeden?"
  • "Hebben jullie/zij het gevoel alles onder controle te hebben in de opvoeding van jullie/hun kinderen?"

Het gesprek is verbreed naar opvoeding en de moeilijkheden daarbij die voor elke ouder of familielid herkenbaar zijn. Vanuit dit bredere en herkenbaardere denkkader kan je het gesprek terugbrengen naar het oorspronkelijke punt aan de hand van een vergelijkbare situatie: "Wat als jouw kind of dat van je broer blijkt zware drugs te gebruiken? Is dat ook jouw of je broers verantwoordelijkheid?"

De ander: toon respect en begrip

TIP 7: Verplaats je in de schoenen van de ander.

"Be curious, not judgmental." (Walt Whitman)

Verplaats je even in het denken en de leefwereld van je gesprekspartner(s). Dit is een belangrijke eerste stap om de dialoog aan te gaan. Waar komen de beweringen en standpunten vandaan? Welke waarden en wereldbeelden zitten achter de beweringen en zitten daarin misschien gedeelde waarden en gedachten die het vertrekpunt van de dialoog kunnen zijn?

Wanneer mensen zeggen "We kunnen toch niet alle mensen op de vlucht hier opvangen?", doen ze dit meestal vanuit een bezorgdheid: hoe gaat onze samenleving dat zowel financieel als logistiek bolwerken? En, wat betekent dat voor onze eigen situatie? We kunnen begrip opbrengen voor deze bezorgdheden. Meer zelfs, het kan net een aanknopingspunt voor verdere dialoog zijn; gelijkaardige bezorgdheden hebben bij mensen op vlucht ertoe gebracht naar hier te komen.


TIP 8: 'Begrijpen’ is niet hetzelfde als ‘akkoord gaan'.

"Het belangrijkste in communicatie is te horen wat niet gezegd wordt." (Auteur onbekend)

Je zit bij de kapper te wachten op je beurt en vangt het gesprek tussen andere klanten op. "Ik hoop toch echt dat mijn dochter niet thuis komt met ne vreemde." Jij denkt: "Man, hoe is dat vandaag nog mogelijk?", maar je vraagt: "Waarom ben je bang dat je dochter thuiskomt met iemand van een andere origine?"

In het gesprek dat volgt, komen misschien gedachten en bezorgdheden, zoals een mogelijk vertrek van de dochter naar het buitenland, naar voor waar je je wel in kan verplaatsen en die openingen bieden tot een verdere dialoog. In dit gesprek kan je dan wel nog aankaarten dat je het niet eens bent met de racistische inslag van de oorspronkelijke bewering. Begrijpen is immers niet hetzelfde als akkoord gaan.

Jij zelf: wees authentiek

TIP 9: Praat vanuit een authentieke overtuiging.

"Wees jezelf, er zijn al zoveel anderen." (Loesje)

In een (maatschappelijke) discussie gaan argumenten heen en weer. Trap in dit boeiende spel niet in de valkuil een argument te gebruiken dat je eigen overtuiging ontkracht of niet onderbouwd is vanuit de overtuiging die je wilt uitdragen. Om geloofwaardig te zijn, spreek je de waarden van het ‘beweegbare midden’ aan zonder je eigen principes op te geven.

De stelling dat etnisch profileren aanvaardbaar zou zijn vandaag omwille van de aanslagen kan je counteren met het argument dat het ineffectief is als middel in een veiligheidsbeleid. Doordat de geviseerde bevolkingsgroepen minder geneigd zijn relevante informatie te delen, loopt de politie net belangrijke kennis mis en kan ze onze veiligheid net minder garanderen. Maar wanneer we praten over mensenrechten is het discriminatie-argument belangrijker en dus authentieker; het gelijkheidsprincipe van het mensenrechtenkader is een belangrijker en sterker argument dan het effectiviteitsargument.


TIP 10: De boodschapper is even belangrijk als de boodschap.

"Het verhaal van Roodkapje is anders als de wolf het vertelt." (Coachingskalender)

In het debat over het al dan niet aanvaardbaar zijn van een praktijk als etnisch profileren door de politie kan je meegeven dat er ook burgemeesters en politieagenten (burgemeester Somers van Mechelen en politieagenten binnen het kader van een rapport van Amnesty International Vlaanderen) bevestigen dat etnisch profileren gebeurt, het als een probleem erkennen en stellen dat er iets aan gedaan moet worden.

Jij bent dan niet meer (alleen) de boodschapper. Je betrekt je medestanders in het gesprek. Dit kan zeker handig zijn wanneer je zelf niet de beste boodschapper bent door bijvoorbeeld een te grote betrokkenheid op het thema waardoor je je geloofwaardigheid verliest.

Maar vooral

Keep Calm and … en bereid je voor op uitdagende uitwisselingen.